Skip to content

Redeneren over overeenkomsten en verschillen

Je kunt tijdvakken, historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen onderzoeken door overeenkomsten en verschillen tussen periodes, gelijkende gebeurtenissen of ontwikkelingen te noteren en ze zo met elkaar te vergelijken. Dit kan binnen een tijdvak (bijvoorbeeld de vergelijking tussen de VOC en de WIC) of tussen tijdvakken (industrialisatie in sommige landen in het heden vergelijken met de industrialisatie in Nederland in de 19e eeuw).

Door te zoeken naar overeenkomsten en verschillen leren leerlingen zich verdiepen in een bepaald aspect van de geschiedenis. Ze leren goed observeren en kritisch te kijken of iets werkelijk een verschil is of dat het toch meer op elkaar lijkt dan ze in eerste instantie denken. Op basis van kenmerken van tijdvakken leren leerlingen zich een voorstelling te maken van hoe mensen in een bepaalde tijd leefden en dit vergelijken met het leven in andere tijden en het heden. Daarvoor is het van belang dat leerlingen zich een beeld kunnen vormen van de historische en de hedendaagse werkelijkheid

De uitdaging is om leerlingen te laten verwoorden waarom ze een bepaalde afweging maken en welke argumenten ze voor hun keuze hebben. 

Handige vragen bij redeneren over overeenkomsten en verschillen

  • Hoe verschilt deze periode/gebeurtenis/ontwikkeling van deze andere periode/gebeurtenis/ontwikkeling? Probeer zoveel mogelijk details te noemen van dit verschil.
  • Waarin komen deze periodes/gebeurtenissen/ontwikkelingen overeen? 
  • Periodes/gebeurtenissen/ontwikkelingen die overeenkomen zijn natuurlijk nooit hetzelfde. Hoe verschillen ze toch?
  • Kun je redenen noemen waarom je toch vindt dat deze periodes/gebeurtenissen/ontwikkelingen meer overeen komen dan verschillen?
  • Kun je redenen noemen waarom je toch vindt dat deze periodes/gebeurtenissen/ontwikkelingen meer verschillen dan overeen komen?

Door te zoeken naar overeenkomsten en verschillen leren leerlingen zich verdiepen in een bepaald aspect van de geschiedenis.

Tijd van steden en staten – les voor groep 5-6

De les gaat over het leven op het platteland en het leven in de stad in de tijd van steden en staten (de late Middeleeuwen).

De opdracht sluit aan bij canonvenster: de Hanze

Tijd van wereldoorlogen en Holocaust – les voor groep 7-8

De les gaat over de inval in Nederland door Duitsland op 10 mei 1940 en de eerste dagen van de bezetting. Doel van de les is dat leerlingen ontdekken wat er de nacht van 9-10 mei 1940 gebeurde. In deze les staan een foto en verschillende kranten (en wat daarin geschreven werd) centraal.

De opdracht sluit aan bij canonvenster: de Tweede Wereldoorlog

Tijd van televisie en computer – les voor groep 6-7-8

De les gaat over de watersnoodrampen van 1916 en 1953. Deze overstromingen worden door de ogen van kinderen (via hun dagboeken) vergeleken. Leerlingen ontdekken de overeenkomsten en de verschillen tussen de twee waternoden.

De opdracht sluit aan bij canonvenster: de Watersnood: het gevaar van het water.